In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is onderlinge vergelijkbaarheid van gemeenten het uitgangspunt. Daarom is er door de wetgever voor gekozen om de kosten van overhead op één taakveld te laten registreren en op één centrale plaats in de begroting te vermelden. Door deze nieuwe systematiek gaan gemeenten op dezelfde wijze om met kostentoerekening, waardoor de vergelijking van kosten van producten/diensten volgens de wetgever ook zuiverder is. Om dit effect te versterken is er een uniforme definitie van overhead gegeven in de Notitie overhead.
Overheadkosten zijn alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Dit zijn de kosten voor piofach (leidinggevende, informatievoorziening, juridische zaken, bestuurszaken en bestuursondersteuning, financiën, automatisering, inkoop, communicatie en huisvesting). De direct toe te rekenen kosten worden verantwoord op de taakvelden.
De centrale presentatie heeft als neveneffect dat het zicht op de integrale kostprijs in de programma’s verloren gaat. Het opnemen van het totaalbedrag aan ondersteunende activiteiten zegt daarnaast weinig zonder de relatie met het primaire proces te leggen/kennen. Daarom houden wij conform de financiële beheersverordening extra comptabel ook nog zicht op de integrale kostprijs zodat daarop sturing kan plaatsvinden.
In 2025 bedraagt de totale overhead € 8.787.372. Dit is 12 % van de totale begroting € 71.547.765.
De overhead bestaat uit:
bedragen x € 1.000,- | |||
Onderdeel | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|
Bijdrage HLTtsamen-overhead deel | 6.477 | 7.124 | 7.345 |
Huisvesting | 206 | 206 | 346 |
Overige overhead | 946 | 933 | 1.097 |
Totaal | 7.630 | 8.263 | 8.787 |
Overheadpercentage | 13 | 13 | 12 |