Paragraaf Verbonden partijen

HLTsamen

Holland Rijnland

Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) Bollenstreek

Werkvoorzieningschap Kust, Duin- en Bollenstreek / Provalu

Regionale dienst openbare gezondheidszorg Hecht

Veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM)

Serviceorganisatie Zorg Holland Rijnland (SOZ)

Cocensus

Regeling omgevingsdienst West-Holland (ODWH)

Vuilafvoerbedrijf Duin- en Bollenstreek (VAB)

Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

Duin- en waterbedrijf Zuid-Holland (Dunea)

Alliander N.V.

De Meerlanden N.V.

Greenport Ontwikkelingsmaatschappij B.V. (GOM)

Stichting Regionaal Inkoopbureau IJmond en Kennemerland (RIJK)

Er zijn geen materiële risico’s waar maatregelen voor getroffen moeten worden.

Uitvoering geven aan het bedrijfsplan vastgesteld in de raden van de aangesloten gemeenten. Focus ligt op het gebied van Kwaliteit, Kostenreductie, Kwetsbaarheid en de verbeterde Strategische positie.

Jaarlijkse deelnemersbijdrage op basis van aantal inwoners.

Deelnemers zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.

Er zijn geen materiële risico’s waar maatregelen voor getroffen moeten worden.

Er wordt een nieuwe Regionale investeringsagenda uitgewerkt. Hierin staan gezamenlijk gedragen ambities op de beleidsterreinen Ruimte (o.a. wonen, mobiliteit, biodiversiteit), Regionale Energie Strategie, het Sociaal Domein en de strategische positionering van de regio.

Een risico voor de gemeenten is enerzijds de bijdrage van de gemeenten in de exploitatielasten van de ISD en anderzijds de uitvoering van een open einderegeling door de ISD, waar de gemeenten de financiële lasten van dragen.

Er vinden aanbestedingen plaats voor hulp bij het huishouden, hulpmiddelen, woningaanpassingen en trapliften. De belangrijkste onzekerheid in de begroting 2025 zijn de financiële consequenties van deze aanbestedingen.
Op basis van het programma Frontin Buig is de verwachting dat het aantal uitkeringsgerechtigden in 2025 afneemt. Wel is de verwachting dat het aantal loonkostensubsidies stijgt, wat een positief signaal is.

Er zijn geen materiële risico’s waarvoor maatregelen getroffen moeten worden.

In november 2023 is de Meerjarenvisie Provalu 2030 vastgesteld. In 2024 wordt begonnen met de implementatie  van de visie.. Dit loopt door in 2025.  

Jaarlijkse deelnemersbijdrage op basis van aantal inwoners.

De kosten van HECHT Hollands Midden worden gedragen door de deelnemende gemeenten.

Afgelopen jaren zijn door meerjarige hoge inflatie de loon- en materiële kosten flink toegenomen. Daarbij is het personeelsbestand van Hecht toegenomen met hoge kosten voor inhuur.
Hecht verwacht een negatief exploitatieresultaat voor 2024. De verwachting is dat Hecht aan het einde van 2024 ver onder het weerstandsvermogen van 3 mln. zakt. Hiertoe dient Hecht een herstelplan van het eigen vermogen voor op te stellen. Het kostprijsonderzoek en de impactanalyse van alle producten en diensten van Hecht zal per 2025 bij moeten dragen aan het vastleggen van een helder (en haalbaar) takenpakket en het introduceren van een solide financieringssystematiek.

Ontwikkelingen die in 2025 een rol spelen zijn onder andere de keuzes van het Rijk voor investeringen in de publieke gezondheid, implementatie van het Gezond en Actief Leven Akkoord en Integraal Zorg Akkoord, pandemische paraatheid, forensische geneeskunde, het verankeren van de opbrengsten van het programma Hecht24 in de exploitatie en vernieuwingen binnen de jeugdgezondheidszorg. Om doelen en ambities waar te maken is meer grip en transparantie op de bedrijfsvoering/het productportfolio van Hecht vereist. Daartoe voert Hecht kostprijsonderzoek en een impactanalyse uit op al haar producten en diensten en implementeert een begrotingsrekentool. Deze inspanningen moeten per 2025 bijdragen aan het vastleggen van een helder (en haalbaar) takenpakket en het introduceren van een solide financieringssystematiek. In 2025 worden ten aanzien van het takenpakket en voor de financiële stabiliteit van Hecht keuzes gemaakt door het bestuur, colleges en raden. Hierbij speelt ook de voorziene budgetimpact van het ravijnjaar een rol.

Resultaat

0

Er zijn geen materiële risico’s waar maatregelen voor getroffen moeten worden.

Nieuw Regionaal Risicoprofiel VRHM, Beleidsplan en Crisisplan. Dit strategisch beleidsplan geeft richting aan de inspanningen door de veiligheidsregio en beschrijft de te behalen prestaties. Het beleidsplan dient mede gebaseerd te zijn op een door het bestuur van de veiligheidsregio vastgesteld risicoprofiel. Het risicoprofiel geeft niet alleen inzicht in waarschijnlijkheid en impact van risico’s, maar ook de rol in het bijbehorende netwerk en inzicht in (risico- en crisis) beheersmaatregelen. Het risicoprofiel vormt de basis en de twee plannen dienen ter input voor het op te stellen crisisplan (crisisbeheersingsorganisatie). In het crisisplan worden de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de hulpverleningsdiensten vastgelegd voor de bestrijding van rampen en crisis.

Er zijn geen materiële risico’s waar maatregelen voor getroffen moeten worden.

Na oprichting heeft de Serviceorganisatie Zorg ingezet op inrichting van de primaire processen en professionalisering van de bedrijfsvoering. Dit blijft de Serviceorganisatie Zorg in 2025 voortzetten en intensiveren. De focus ligt op versterken van formatie, het uitvoeren van taken in eigen beheer en het versterken van inzicht in de jeugdhulpketen.

In 2025 treedt, naar verwachting, de nieuwe wet Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg in werking. In de nieuwe wet worden gemeenten verplicht om regionaal samen te werken bij de inkoop van specialistische jeugdzorg. Dit draagt bij aan de verbetering van de beschikbaarheid van jeugdzorg voor de meest kwetsbare kinderen en gezinnen en vermindering van administratieve lasten. De wet legt ook de indeling van de jeugdhulpregio’s vast. Bij Algemene maatregel van bestuur (AmvB) wordt vastgelegd  welke zorgvormen in regionaal verband moeten worden ingekocht. Ter voorbereiding op de wet wordt gekeken in hoeverre de huidige regio’s voldoende ‘robuust’ zijn met de regionale inkoop van jeugdhulp. De wet Verbetering beschikbaarheid jeugdzorg komt voort uit de afspraken in de Hervormingsagenda Jeugd.

Er zijn geen materiële risico’s waar maatregelen voor getroffen moeten worden.

Er zijn geen beleidsmatige ontwikkelingen op het gebied van samenwerking belastingen.

Jaarlijkse bijdrage op basis van uren.

Deelnemers zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.

Er zijn geen materiële risico’s waar maatregelen voor getroffen moeten worden.

In 2025 gaat de ODWH verder met het verbeteren van de robuustheid (kwalitatief en financieel). Verder zal er ingespeeld worden op nieuwe ontwikkelingen en wordt er verder gewerkt aan het uitzetten van de strategie voor langere termijn. De samenwerking met andere omgevingsdiensten in Zuid Holland zorgt voor versterking van individuele diensten.

Er wordt een nieuwe locatie gebouwd op het huidige VAB terrein.

Het overslagstation van de VAB aan de ’s Gravendamseweg 75 in Voorhout wordt compleet vervangen en vernieuwd. De besluitvorming in de raad met betrekking tot budget is al genomen evenals het principebesluit om met de Meerlanden een gezamenlijke BV op te richten voor de vervaging en exploitatie.

Risico's

Er zijn geen materiële risico’s waar maatregelen voor getroffen moeten worden.

Ontwikkelingen

BNG Bank is betrokken partner voor een duurzamer Nederland. De bank ondersteunt overheidsbeleid door op basis van haar excellente kredietwaardigheid financiering tegen gunstige voorwaarden te verstrekken ten behoeve van gemeenten, woningcorporaties, zorg- en onderwijsinstellingen, projectfinanciering en andere instellingen met een maatschappelijk belang. De BNG Bank is de vierde bank van Nederland.

Er zijn geen jaarlijkse kosten aan deelname verbonden.

De gemeente heeft 66.226 aandelen tegen een nominale waarde van € 5. Als aandeelhouder is de gemeente niet aansprakelijk voor eventuele verliezen van de nv. Dunea keert geen dividend uit.

Er zijn geen materiële risico’s waar maatregelen voor getroffen moeten worden.

Dunea voert vaak innovatieve projecten uit om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en eisen, of om processen verder te optimaliseren zoals schone maaswaterketen, uitbreiding waterzuivering, samenwerking waterketen en verbinding aan greenport.

Er zijn geen materiële risico’s waar maatregelen voor getroffen moeten worden.

De economische groei is een uitdaging en de overgang naar een duurzaam energiesysteem komt steeds meer opstoom. Alliander bevindt zich in een uitdagende periode om dit met alle stakeholders te realiseren. Samen slimme oplossingen bedenken zodat de energievoorziening betrouwbaar, betaalbaar en bereikbaar blijft voor iedereen.

De (uniforme) tarieven zijn gebaseerd op (werkelijke) kostenallocatie. Dat betekent dat meer-/minderkosten doorberekend worden naar de aangesloten gemeenten.

Meerlanden, als gezamenlijk overheidsbedrijf, verzorgt zijn diensten steeds meer op basis van uniforme tarieven. Dit betekent dat de aangesloten gemeenten evenredig belast worden met de kosten. Daarnaast investeert Meerlanden (in beleid en uitvoering) in een verdere ontwikkeling naar een circulaire economie.

Vennootschappen en coöperaties

GOM is een uitvoeringsorganisatie zonder publiekrechtelijke taken. Bij GOM zijn vijf Duin- en Bollenstreekgemeenten betrokken. De regio Holland Rijnland en meer in het bijzonder het gebied van de Duin- en Bollenstreek heeft een sterke internationale concurrentiepositie in de tuinbouwsector waar het gaat om bloemen, bollen en vaste planten. Partijen willen deze internationale concurrentiepositie behouden, uitbouwen en versterken door een integrale gebiedsontwikkeling waarbij vorm en inhoud wordt gegeven aan een integrale ruimtelijke herstructurering van het gebied van de Duin- en Bollenstreek. De herstructurering van de Greenport vraagt een integrale en bovenlokale aanpak.

Er is geen sprake van een jaarlijks bijdrage.

De gemeente heeft zich (evenals de andere vier deelnemende gemeenten) garant gesteld voor een bedrag van 7 miljoen.

Met inachtneming van de kapitaalinbreng van de gemeenten (€ 325.000), de € 10 miljoen bijdrage van Holland Rijnland uit het regionale investeringsfonds (RIF) voor de Greenport en een nader te bepalen deel van de € 20 miljoen uit het RIF voor de regionale groenstructuur, de toegekende FES-gelden, eventuele provinciale- en rijksbijdragen, eventuele andere subsidies en de opbrengst uit de verkoop van gronden en woningbouwtitels is het uitgangspunt van de GOM een budgettair neutraal eindresultaat. De gemeenten Hillegom, Lisse en Teylingen hebben zich - ieder afzonderlijk evenals de andere twee deelnemende gemeenten - garant gesteld voor een bedrag van € 7 miljoen.

In 2025 wordt uitvoering gegeven aan het Meerjarenprogramma 2024-2028.

De speerpunten zijn transparantie, meer maatwerk, in nauwe verbinding met de aangesloten gemeenten en met focus op collectieve inkoop en MVOI.